Nijvel krijgt ook steeds het predikaat "saai circuit" mee. Ten onrechte vind ik. Nijvel was vooral een modern en veilig circuit; met een brede piste, grote uitloopstroken, moderne boxen en overzichtelijk voor de toeschouwers met o.a een tribune die mocht gezien worden.
Nijvel was een circuit dat in feite zijn tijd vooruit was. In de periode dat het circuit gebouwd werd , reed men in België nog volop op het oude Francorchamps, Mettet, Chimay en het snelle Zolder (dus voordat in Terlaemen de chicanitis-epidemie toesloeg). Die oude circuits leverden uiteraard meer sensatie en spektakel op. Een piloot die op een van die omlopen een serieuze "sortie" maakte, kwam gegarandeerd ergens tussen de bomen of in een gracht terecht; in Chimay kon je zelfs op een spoorweg belanden. In Nijvel zat je vast in de zandbak of in de vanghekken. Dat was nieuw, minder spectaculair en dus werd al vlug gezegd dat Nijvel een saai circuit was.
Toch waren er op Nijvel steeds mooie en spannende races te zien. De gedrochten die mijnheer Herman Tilke tegenwoordig uit zijn mouw schudt, scoren wat betreft saaiheid een stuk hoger.
Dat het circuit zijn deuren moest sluiten, was niet te wijten aan het feit dat de omloop saai of slecht zou zijn; maar had alles te maken met het wanbeheer van de eigenaren.
Jammer, want ook vandaag nog zou Nijvel een mooie aanvulling en afwisseling geweest zijn voor Zolder en Francorchamps.
|